Bookmanager



De oogst tot en met mei 2022


Stukjes uit boeken en bijvoegsels die ik - bij de invoer van titels voor het antiquariaat In 't Wasdom, tref en - vanwege het plezier dat ik er in heb - deel. In en tijdens het voorbijgaan ;-)


BRONNENLIJST
AANTEKENING
LINK

Sarfatti, Margh. (1928). Benito Mussolini. Voorhout: Foreholte.

Met op het voorplat het gouden vignet van de laars van Italië / Mussolini. En het portret dat J.Th. Toorop in 1927 van Mussolini maakte. Met duidelijk kubistische invloeden. Boek werd vertaald door Ellen Forest, een vriendin van Mussolini

(

Sarfatti

, 1928

)

Guépin, J. P. (1991). De kunst van Janus Secundus. De 'Kussen' en andere gedichten. Met een bijdrage van P. Tuynman. Amsterdam: Bert Bakker.

Uit de recensie van Rawie - In 1991 verschenen bij Bert Bakker, toen de uitgeverij in haar nadagen als zelfstandig bedrijf, onder David van het Reve en Michel Krielaars, probeerde de tijdgeest te trotseren door prachtige boeken te maken van oog cultureel gehalte. Dat moest wel mis gaan."

(

Guépin

, 1991

)



Meer...

Willemsen, August (1987). De taal als bril in twintig stukken. Amsterdam: Arbeiderspers.

Over o.m. Pessoa en zijn heteroniemen. Hier de onverbeterlijke anti-metafysicus en ontkenner van de hogere essentie van de aardse existentie Alberto Caiero: de dingen hebben geen betekenis: ze bestaan. / De dingen zijn de enige verborgen zin der dingen

(

Willemsen

, 1987

, p. 144

)

Dubois, Pierre Hubert (1993). Zonder vaandel. Belle van Zuylen 1740-1805: een biografie. Amsterdam: G.A. van Oorschot.

Het is wat Belle schrijft: Het bevalt me uitstekend achter geen enkel vaandel aan te gaan en als een vrij mens in het land der letteren te lopen. Ik verkies in dit opzicht de struikrovers boven de geregelde troepen

(

Dubois

, 1993

)

Berretty, Dominique (2018). Een groots en meeslepend leven.

De biografie over het raadsel Berrety: onrust, conflicten en affaires die samenhing met zijn hang naar het volmaakte [en, wellicht ten overvloede, de beperkingen van het mens-zijn.]

(

Berretty

, 2018

, p. 11

)

Guépin, J. P. (1997). De kunst van het zoenen. De 'Kussen' en andere liefdesgedichten. Utrecht: Bijleveld.

Moet ik de rest van mijn leven bevrijd van liefdeszuchten leven, vroeg Jan Everaerts (1511-1536) zich af. Oud werd hij niet en ik vermoed dat zijn bevrijding ook niet is gelukt.

Maar dit geheel terzijde.

(

Guépin

, 1997

)

Havel, Václav (1986). Brieven aan Olga. Baarn: De Prom.

Václav Havel, een icoon uit mijn jeugd. Ik bewonderde zijn stijl. En ook hoe hij met zijn rechtervoet de sigaret doofde, maar in de politiek het vuur brandende hield. In dit boek staan schitterende brieven - filosofisch met impliciete en misschien ook wel expliciete verwijzingen naar Levinas.

(

Havel

, 1986

)

Eerbeek, J. K. van (1942). Pontus en de dieren en ander proza. Uitgezocht en voorzien van een inleidende notitie door G. Kamphuis. 's-Gravenhage: D. A. Daamen's Uitgeversmaatschappij.

Met een prachtig opstel van G. Kamphuis over het existentialisme van J.K. van Eerbeek

(

Eerbeek

, 1942

, pp. 5-11

)

Meijer, Jaap (1987). Drie gedichten van Jan Hanlo in het Hebreeuws. Heemstede: Eigen beheer [Jaap Meijer].

ik noem je bloemen etc. - ik noem je: bloemen / ik noem je: merel in de vroegte / ik noem je: mooi

ik noem je narcissen in de nacht / waaroverheen de wind strijkt / naar mij toe

ik noem je: bloemen in de nacht

(

Meijer

, 1987

, p. 10

)

Zweig, Stefan (z.j.). Sternstunden der Menschheit. Zwölf historische Miniaturen. Stuttgart - Hamburg: Deutscher Bücherbund.

Opstel over de laatste dagen van Tolstoi gevolgd door epiloog van Zweig: Die Flucht zu Gott (1927). Ein unvollendete Drama - "Und das Licht scheinet inder Finsternis."

(

Zweig

, z.j.

, pp. 297-358

)

Pannekoek, G. H. (1927). De verluchting van het boek. De toegepaste kunsten in Nederland. Een reeks monografieën over hedendaagsche sier- en nijverheidskunst. Rotterdam: W.L. & J. Brusse.

"ze doen als Jozef Israëls, die 's morgens van Scheveningen naar zijn atelier in den Haag rijdende, een aantal bladzijden scheurde uit een boek, genoeg om den rit lezende te maken en de pagina's daarna weggooide."

(

Pannekoek

, 1927

, p. 3

)

Du Gard, Roger Martin (2022). Kijken door een sleutelgat. Amsterdam: De Arbeiderspers.

Prachtige beschrijving van een ritueel in het karmelietessenklooster waarin een meisje aan de hand van haar vader als bruid aan Christus wordt gegeven en haar leven in een punt des tijd verandert. Geniaal, filmisch drama: "Niemand zal ooit nog haar gezicht zien."

(

Du Gard

, 2022

, p. 94

)

Sierksma, Fokke (1997). Tussen twee vuren. Een pamflet en een essay bij De toekomst der religie van Simon Vestdijk. Doorn: Foundation Simon Vestdijk.

Aangezien tussen twee vuren in de eerste plaats geschreven is uit verontwaardiging over de onbehoorlijke behandeling, die Vestdijk zich moest laten welgevallen van de kant van enige theologen en aangezien de schrijver eerlijk wil bekennen, dat hij, al tikkende, zo dom was om in de knikkers, d.w.z. in de kracht van argumenten te geloven, moest wel even verteld worden, waarom deze combinatie van pamflet en essay nu toch nog gepubliceerd wordt

(

Sierksma

, 1997

, p. 3

)

Dasberg, Lea & Jonathan N. Cohen (1982). Neve Ya'akov. Opstellen aangeboden aan dr. Jaap Meijer ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag. Assen: Van Gorcum.

Vertaling van delen uit Prediker door Marc Rozelaar - Grote poëzie met kort kommentaar: een proeve tot Kohelet vertaling

(

Dasberg

, 1982

, pp. 191-196

)

Hesse, Hermann (1972). Zinnig, eigenzinnig. Amsterdam: De Arbeiderspers.

"in het najaar ging ik als volontair in een boekhandel werken waar ik vier jaar bleef, het vak leerde en tenslotte mijn belangstelling uitsluitend op het antiquariaat concentreerde. In het najaar van 1899 vertrok ik als boekhandelaar (assistent) naar Bazel."

(

Hesse

, 1972

, p. 10

)

Meijer, Jaap (1965). Van Israëlieten tot Israëliërs. Anderhalve eeuw Joodse geschiedenis 1815-1865. Leiden: A. W. Sijthoff.

Met een citaat van Miskotte over Hitlahawut, Awoda, Kawwane, Schiflut en het verschil tussen Ziel en Zweck. Woorden die vlg. Meijer "tot in zijn meest ideale vorm slechts een levenshouding kon worden van een betrekkelijk kleine groep."

"Die Menschen meinen, sie beten vor Gott, aber es ist nicht so, denn das Gebet ist Gottheit."

(

Meijer

, 1965

, pp. 34-35

)

Messel, Saul van (1985). Ongeneeselk. Grunneger gedichten: vief òlle bundels en ain spiksplinternije. Heemstede / Haren: Stichting .

hooglied - woarom nait oet t hogelaand -

zaacht en helder / doe bist mien kwelder / en doe bist mien diek / liek is riek

(

Messel

, 1985

, p. 89

)

Malaparte, Curzio (2021). Kaputt. Amsterdam: De Arbeiderspers.

Passage over de slachtingen van de oorlog en de schoonheid van het fluiten der vogels van de Oekraïne. En nee, de Duitsers maakten geen vogels af, vlg. Malaparte

(

Malaparte

, 2021

, p. 28

)



Meer...

Rubinstein, Renate (1982). Met gepast wantrouwen. Notities over de Hollandse ziekte. Amsterdam: Meulenhoff.

Uit bijgevoegde losse column van Frits Abrahams (citaten uit werk Renate Rubinstein): "Nadat ik mij verdedigd had tegen een aanval op mij van W.F. Hermans in de NRC, besefte ik dat het slecht is voor de ziel als men zich verdedigt. Die kwijnt dan, die verveelt zich. Het zijn nooit de mensen die het meest van je houden die zeggen: hierop moet je echt antwoorden, dat kun je niet over je kant laten aan."

(

Rubinstein

, 1982

)

Hillesum, Etty (1983). Het verstoorde leven. Dagboek van Etty Hillesum 1941-1943. Haarlem: De Haan.

"Velen die heden ten dage verontwaardigd zijn over onrechtvaardigheden, zijn eigenlijk alleen verontwaardigd omdat die onrechtvaardigheden hún gebeuren. Het is dan ook geen echte verontwaardiging die diep wortelt."

(

Hillesum

, 1983

, p. 115

)



Meer...

Emants, Marcellus (1986). Waan. Utrecht/Amsterdam: Veen.

'Zeker, m'n jonge. Ik begrijp wel, dat jij met je eenvoud en je eigenaardige opvattinge dit afkeurt; maar wees van één ding maar verzekerd: zonder komediespelen kom je d'r op den duur toch niet. Doe je 't nie vóór je huwelijk, ten minste als je..."

(

Emants

, 1986

, p. 81

)

Erikson, Erik (1982). De jonge Luther. Amsterdam: De Arbeiderspers.

"Filosofisch moest Kierkegaard alles opnieuw doen wat Luther gedaan had, maar hij bleef met opzet een filosoof zonder land en zonder gezin. 'Enige jaren lang,' schreef hij over Luther, 'was hij het zout der aarde. Maar zijn latere leven is niet vrij van de smakeloosheid waar zijn tafelgesprekken een voorbeeld van zijn: een priester die er behaaglijk kleinburgerlijk bij zit, omgeven door bewonderende aanhangers die iedere scheet van hem voor een openbaring houden, of voor het resultaat van inspiratie. (...) 'Luther maakte het zich in zekere zin te gemakkelijk', zei Kierkegaard. 'Hij had moeten weten, dat de vrijheid waarvoor hij streed (...) het leven, het geestelijk leven, onmetelijk veel moeilijker maakt dan het was. Wanneer hij zich hieraan gehouden had, zou niemand bij hem gebleven zijn."

(

Erikson

, 1982

, pp. 266-267

)

Colette (2017). De eerste keer dat ik mijn hoed verloor. Zelfportret in verhalen.

Goede raad van Colette - Op je negenzeventigste min een kwart heb je nog altijd plannen, en ook mij ontbreekt het er niet aan. Zo ben ik van plan nog een tijdje te blijven leven, mijn lijden op een waardige wijze voort te zetten - dat wil zeggen zonder veel ophef en rancune - , te lachen als er reden toe is, te beminnen wie mij liefheeft, en alles netjes achter te laten, zowel mijn bankrekening als de la met oude foto's, en zowel het schaarse linnengoed als de weinige brieven."

(

Colette

, 2017

, p. 336

)

Benn, Gottfried (1986). Dubbelleven. Amsterdam: De Arbeiderspers.

"Ik ben dus dualist, antisyntheticus of om nog maar eens de Drei alte Männer te citeren: 'ik kan me verenigen met "het onverenigbare", mijn streven naar eenheid beperkt zich tot de op een bepaald moment voor me liggende pagina, die ik van plan ben met mijn woorden te vullen."

(

Benn

, 1986

, p. 164

)