Bookmanager



privé-domeinreeks - citaten


Interessante citaten uit de reeks (auto)biografische deeltjes van de privé-domeinreeks van De Arbeiderspers


https://bookmanager.nl/public/collections/obg8KhuYClNUtHufkfvAFgnePoREmw

BRONNENLIJST
AANTEKENING

Hesse, Hermann (1972). Zinnig, eigenzinnig. Amsterdam: De Arbeiderspers.

In het najaar van 1895 boekhandelaarsleerling bij Heckenhauer in Tübingen (Holzmarkt): "in deze tijd was ik op drie gebieden tegelijk bezig: met de zaak, met de privé-lectuur en 's-avonds of liever 's nachts in mijn omgang met een paar kameraden, voor het merendeel studenten die uit het corps waren gestapt of gewoon niet tot een vereniging behoorden, met grote zuippartijen.'

(

Hesse

, 1972

, p. 11

)

Straten, Hans van (1987). De omgevallen boekenkast. Amsterdam: Arbeiderspers.

"Verhuizen van Amsterdam naar Utrecht betekent: nooit meer 's middags over het Damrak lopen, een tijdschriftenhalletje aandoen om een Engelse krant te kopen of de nieuwe Haagse Post; nooit meer 'zo maar' even in een kroegje zitten, in Utrecht heb ik nog geen behoorlijke bruine kroeg ontdekt; nooit meer over het Waterlooplein zwerven; nooit meer Nico Polak tegenkomen, en die kwam ik nogal eens tegen, want hij frequenteerde dezelfde plaatsen als ik; en zo kan ik nog wel een paar 'nooit-meers' bedenken. Wegverhuizen uit Amsterdam, dat is voor een deel (een kwart, een derde?) doodgaan."

(

Straten

, 1987

, pp. 134-135

)

Colette (2017). De eerste keer dat ik mijn hoed verloor. Zelfportret in verhalen.

Goede raad van Colette - Op je negenzeventigste min een kwart heb je nog altijd plannen, en ook mij ontbreekt het er niet aan. Zo ben ik van plan nog een tijdje te blijven leven, mijn lijden op een waardige wijze voort te zetten - dat wil zeggen zonder veel ophef en rancune - , te lachen als er reden toe is, te beminnen wie mij liefheeft, en alles netjes achter te laten, zowel mijn bankrekening als de la met oude foto's, en zowel het schaarse linnengoed als de weinige brieven."

(

Colette

, 2017

, p. 336

)

Heine, Christian Johann Heinrich (2019). Memoires en bekentenissen. Amsterdam: De Arbeiderspers.

"Ik heb het, zoals de mensen zeggen, op deze mooie wereld tot niets gebracht. Er is niets uit mij geworden, dan een dichter."

(

Heine

, 2019

, p. 16

)

Pessoa, Fernando (2015). Het boek der rusteloosheid. Amsterdam: De Arbeiderspers.

"Niemand begrijpt een ander. Wij zijn, zoals de dichter zei, eilanden in de zee van het leven; tussen ons stroomt de zee die ons vastlegt en scheidt. Hoezeer een ziel zich ook inspant om te weten wat een andere ziel is, ze zal nooit meer weten dan wat een woord haar zegt - een vormeloze schaduw op de bodem van haar begrip."

(

Pessoa

, 2015

, p. 359

)

Bergman (ps. Aart Kok) (1994). De tijd te lijf. Amsterdam: De Arbeiderspers.

Naakt komen wij uit de moederschoot, naakt lopen wij op straten en pleinen, kijkvoer voor jan en alleman. Wij geven ons bloot in woord en gebaar en onze gedragingen kleuren de conversatie. Ik was bang voor mensen. Ik vreesde hun blikken en opmerkingen. Het heeft lang geduurd eer ik mijn natuurlijke schuchterheid had overwonnen. Mensen zoals ik lopen het gevaar naar het andere uiterste over te slaan. Hardop boeren en winden in openbare gelegenheden, maar Calvijn zet paden en perken uit en houdt mij in het gareel. Ik poets mijn schoenen niet en ga zelden naar de kapper. Ik mors koffie, laat bestek rinkelend op de vloer vallen en lach onbekommerd met de mond vol schuimgebak. Maar ik urineer niet tegen geparkeerde vrachtauto's en knijp geen vrouwen in borsten en billen.

(

Bergman (ps. Aart Kok)

, 1994

, p. 147

)



Meer...

Singer, Isaac Bashevis (1992). Het hof van mijn vader. Herinneringen aan een joodse jeugd. Amsterdam: De Arbeiderspers.

"En wat gebeurde er eigenlijk als iemand doodging? Bestonden hemel en hel echt? Of was een dode mens even slecht af als een dood insekt? Voor zover ik weet is er geen enkele periode in mijn leven geweest waarin die vragen me niet kwelden."

(

Singer

, 1992

, p. 174

)

Sachs, Maurice (1980). Heksensabbat. Amsterdam: De Arbeiderspers.

Maurice Sachs over zijn ontmoeting met André Gide: 'Ga eens in het licht zitten', zei hij (Gide). [pp. 165-180]

(

Sachs

, 1980

, p. 169

)

Hart, Maarten (1984). Het roer kan nog zesmaal om. Amsterdam: De Arbeiderspers.

Het essay "De man gods uit Juda" (laatste pag.) vond ik allemachtig prachtig, zijn opmerkingen over Schweitzer, Bonhoeffer, Weil, Kierkegaard terecht en geheel eens over innerlijke oprechtheid (p. 246), maar niet om, wat 't Hart schrijft, "echt geloof op te sporen." -> "Ik vond zulk bescheiden geloof in Widerstand und Ergebung van Bonhoeffer, in Wachten op God van Simone Weil, in de dagboeken van Kierkegaard, in de werken van Martin Buber."

(

Hart

, 1984

, p. 246

)

Barbellion, W.N.P. (1996). Dagboek van een teleurgesteld man. Amsterdam: De Arbeiderspers.

"Jouw liefde, schat, doordrenkt mijn hart, jouw beroering doet het kalm en sterk slaan, zodat ik, als ik bij jou ben, vergeet dat ik stervende ben." - Hoezo, een teleurgesteld man?

(

Barbellion

, 1996

, p. 324

)

Kiš, Danilo (2022). Homo poëticus. Leven, reizen, literatuur. Amsterdam: De Arbeiderspers.

"Ik heb een diepe minachting voor literatuur die wordt uitgegeven voor een minderheid, voor literatuur van willekeurig welke minderheden. Politiek, etnisch of seksueel. Literatuur is één en ondeelbaar. Goed of slecht. Je kunt homo zijn, maar dan ben je nog geen Proust, joods en nog geen Singer. Minderheid of niet, dat interesseert me niet."

(

Kiš

, 2022

, p. 192

)